Op een maandagmorgen staan in de corridor van Baconfoy enkele kunstwerken tentoon. Deze dienen ter tijdelijke verfraaiing van de kantoren en om het personeel vertrouwd te maken met hedendaagse kunst. Wanneer blijkt dat er ook nog een kunstkenner ter plaatse zal komen om de collega's te onderwijzen over het kunst dat in hun gang tentoongesteld staat, besluit De Pesser en co. in te grijpen.